dinsdag 14 juni 2011

Linkedin-discussie over de oudere leerkracht


Aanleiding van de discussie

Een van de opdrachten die de deelnemers aan de Netwijs opleiding voor ICT-coördinatoren krijgen, is een analyse te maken van een aantal collega’s: wat is hun attitude ten opzichte van het gebruik van digitale leermiddelen, hoe zetten ze ze in, en welke acties onderneemt de ICT-coördinator om ze te ondersteunen. Toen ik een aantal opdrachten had nagekeken, viel het me op dat regelmatig oudere leerkrachten werden genoemd die het moeilijk vonden om ICT in te zetten. De belangrijkste belemmering daarbij was het gebrek aan deskundigheid.
Impulsief besloot ik hierover een nieuwe discussie te beginnen op de groep Onderwijs 2.0, een grote en heel actieve discussiegroep op Linkedin. Ik twitterde ook even rond dat ik deze discussie was gestart, want anders zou hij misschien niet eens opvallen!


De stelling: “De oudere leerkracht die maar weinig affiniteit heeft met digitale middelen en media. Een "lost generation" die we met rust laten of moeten zij toch ook echt aan de bak, en hoe dan?”

Reacties
Toch wel tot mijn verbazing kwamen er al snel veel reacties. Het onderwerp leefde blijkbaar. De reacties waren heel divers en getuigden van een grote betrokkenheid bij het onderwerp. Vier weken lang stond mijn naam in de groep bovenaan in het lijstje Top influencers. En da’s eigenlijk gek, want meer dan het starten van een discussie heb ik niet gedaan! Ik zou het jammer vinden als deze discussie niet werd samengevat want de bijdragers hebben heel veel informatie gedeeld die ook voor anderen van waarde kunnen zijn.
Het is opvallend dat veel bijdragers de stelling in twijfel trokken door aan te geven dat ze zelf –als oudere leerkracht- toch heel  positief stonden tegenover het gebruik van moderne media en er zelf ook intensief gebruik van maakten! Prima, maar de stelling weersprak dat niet. Het is een subtiel detail, maar het ontbreken van een komma tussen “leerkracht” en “die” geeft aan dat beslist niet alle leerkrachten weinig affiniteit hebben met digitale leermiddelen. Ook had ik niet zonder reden de kwalificatie lost generation tussen aanhalingstekens gezet, maar ook dat subtiele gegeven werd niet door iedereen begrepen. Maar dit alles heeft er niet toe geleid dat de discussie verzandde. maar er is door velen heel inhoudelijk gereageerd. Het valt me ook op dat bijna alle bijdragers echt ingingen op de stelling, wat bij andere discussies lang niet altijd het geval is.

Suggesties
De bijdragers gaven vaak aan dat het probleem niet gezien mag worden als een exclusief probleem voor oudere leerkrachten. Daarom zijn de suggesties die werden gedaan om leerkrachten te ondersteunen veel meer van algemene aard.
Hieronder een samenvatting van de reacties, in drie groepen: Professionaliteit, Rol schoolleiding en Voorbeelden.


De professionele instelling van de leerkracht/docent
  • Leren loslaten.
  • Leerkrachten willen wel veranderen, maar niet veranderd worden.
  • De leerkracht moet keuzes maken in een rijkdom van mogelijkheden. Je moet ze alleen zien (te ontwikkelen) en benutten. Als professional voor de klas, jong of oud, is het van belang de middelen die er zijn te kennen. Hierbij horen ook de digitale middelen, maar ook de andere manieren waarop mensen leren.
  • Een leerkracht boeit als hij zijn leerlingen afwisseling geeft. Dus al de vernieuwingen en interessante aanpakken van de afgelopen decennia moet je als professionele leerkracht combineren tot een aanbod waarmee je je leerlingen pakt. Dat daar ICT en media soms handig bij zijn, maar je kunt je leerlingen ook meenemen op een andere manier.
  • Er moet meer gedaan worden met ICT bij de PABO's.
  • Je slaagt erin mensen mee te krijgen door ze te laten ervaren wat het hen persoonlijk kan opleveren in hun dagelijkse praktijk. Kleine succeservaringen stimuleren om verder te gaan.
  • Creëer mogelijkheden. Geef de ruimte tot innovatie. Geen verplichte trainingen, wel ondersteuning bij vragen. Onderling uitwisseling, peer tot peer. Vanuit hun eigen context gebruiksmogelijkheden ontdekken.
  • ICT moet worden gezien als middel dat bijdraagt aan het oplossen van problemen (i.p.v. er nieuwe aan toe te voegen). Er moet voldoende tijd en energie worden gestoken in de aanpak van benodigde ICT-competenties in het kader van gekozen oplossingen, dan krijg je vast jong en oud over de brug. Voorwaarde is altijd: weten wat je wilt, waarom je het wilt, en met welke middelen je doelen waar kunt maken. Het is geen ICT- of digitaal vraagstuk, het is ook geen seniorenvraagstuk, het is een vraag die te maken heeft met de behoefte van mensen zich te willen ontwikkelen. Koppel de competenties van jongere en oudere leerkrachten aan elkaar en er ontstaat 'vanzelf' een pallet aan mogelijkheden. Bijvoorbeeld om van elkaar te leren, maar ook om op een relatief eenvoudige en tijdbesparende manier het groepsgewijze karakter van de traditionele manier van opleiden te verrijken met meer aandacht voor het individu. Die aandacht maakt het ook nog eens leuker. Deze win/win situatie bereik je in de eerste plaats door te 'doen'.
  • Het gaat niet om ICT maar om "oud" versus "nieuw" leren. Oud is: instructie, taakjes en achteraf toetsen. Nieuw is: je bepaalt zelf WAT je leert, HOE je het leert, WAAR en WANNEER je leert. De lerende is eigenaar van zijn leerproces. Ontdekt, vindt zelf uit, ervaart, deelt en groeit daarin. De lerende houdt zelf z'n voortgang bij. Geen toetsen, cijfers, klassen en gemiddeldes meer maar iedereen zijn eigen leerpad.  En dáár helpt ICT nu juist zo enorm bij, dat wel. Mits je dit maar inzet in het kader van dit "nieuwe" leren en niet als versterking van de efficiëntie van een verouderd klassensysteem.
  • 'ICT-vriendelijk onderwijs' is geen kwestie van leeftijd, maar een combinatie van interesse in en prioriteit geven aan het nieuwe leren, waarbij ICT eenvoudigweg niet meer weg te denken is.
  • De grootste bezwaren van deze docenten zijn de gebrekkige werking, incompleetheid of complexiteit van de techniek: Eenvoud en betrouwbaarheid van de techniek spelen een hoofdrol.
  • Vertrek vanuit de ervaring: Door het te doen, te spelen met een iPad of aanverwante technologie, ontstaan ideeën voor toepassingen.
  • De oudere leerkracht kan over het algemeen meer onderscheid maken tussen dat wat wel en dat geen waarde toevoegt aan goed onderwijs. Ze moeten betrokken worden bij het ontwikkelen van die instrumenten waar zij ook iets aan hebben. Zo weet je zeker dat al hun waardevolle ervaring wordt meegenomen, en dat je ze iets aanbiedt dat ook echt nut heeft en dus op den duur gebruikt blijft worden.
  • Als steeds de volgende vragen gesteld worden in de genoemde volgorde aan de betrokken collega(`s), er wel degelijk beweging te krijgen is in het gebruik van digitale middelen in de dagelijkse praktijk van zijn of haar lesgeven: Wat wil ik met/in de les bereiken?Welk doel dus?Welke middelen kan ik daarbij gebruiken? Waar kan ik de eventueel benodigde kennis halen om die middelen in te zetten? De opmerking: Je staat er niet alleen voor, je kunt altijd een beroep doen op... heeft vaak een positieve uitwerking .
  • 'I just cannot accept excuses about technology being optional, whether it's from someone who is new to teaching or others who are close to retirement. There are children in those classrooms every day who deserve the best education we can offer them, and it is completely unfair if that education is less than it should be because someone wants to pick and choose which aspects of their job they feel are important. No child should have to put up with out of date learning experience just because their close-to-retirement teacher is "taxiing to the hangar".'
  • Dingen die mij te binnenschieten zijn: enthousiasmeren, motiveren, inspireren, ondersteunen, te interesseren door mogelijkheden te laten zien die hen aanspreken, functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek, competenties, de houding van de schoolleiding t.o. van ICT, kleine ICT-projectjes met een directe succeservaring, coaching. "You don’t have to like it, you just have to do it."

Rol van de schoolleiding
Het is opvallend hoeveel bijdragers de rol van de schoolleiding meenemen in hun reactie. Naast de professionele opstelling van de leerkracht doet de invloed van de schoolleiding er blijkbaar toe! 
  • Verschillende doelgroepen moeten op verschillende manieren benaderd worden. De innovators en early adopters willen experimenteren maar de grote groep wil gewoon weten of deze toepassing het leren van leerlingen verbetert. Beide groepen hebben we in het onderwijs nodig. Kunst is om in je onderwijs ruimte te bieden aan beide groepen. Differentiëren heet dat (maar dat wisten jullie natuurlijk al:-)). De vraag is daarmee volgens mij: hoe zorg ik als management er voor dat verschillende soorten leerkrachten uitgedaagd blijven in hun werk. Dat kan betekenen dat de ene groep experimenteert met nieuwe toepassingen en dat de andere groep van de uitkomsten profiteert en toepast.
  • Onderwijskundig leiderschap: innovaties aanjagen en vernieuwing omarmen, vernieuwingen praktisch ondersteunen.
  • De schoolleiding moet inspireren en drempels voor leerkrachten wegnemen.
  • Initiatieven stimuleren en ondersteunen en met elkaar op zoek gaan naar voorbeelden die dichtbij liggen. Leraren willen best wel, maar komen pas echt tot een andere mindsetting als ze het zelf ervaren hebben.
  • Veranderen komt van binnen uit. Faciliteren helpt, maar doen ligt aan de leerkracht zelf. Krijg je de faciliteiten aangereikt en je doet het niet dan ben je geen professional. Zo simpel is het. Pamperen helpt niet: presteren en belonen wel!!
  • Is veranderen onderdeel van de (dagelijkse) business of wordt er eens in de zoveel tijd iets "nieuws" bedacht en gaat men allemaal op cursus.
  • Zorg dat de mensen in de organisatie en de organisatie zelf zich continue ontwikkelen (veranderen). Dan is het geen kwestie meer van mee moeten, maar van (automatisch) mee gaan/meegenomen worden in de flow.
  • Bepaal als school/bestuur een visie en betrek daar je docenten in zodat de visie breder gedragen wordt. Dan heb je al meer kans van slagen dan dat er van bovenaf iets wordt aangereikt.
  • Bij workshops en begeleidingstrajecten wordt geen aandacht besteed aan de behoeften van de leerkrachten. Logisch dat mensen dan afhaken. De vraag moet gesteld worden: “Wat heb jij zelf aan begeleiding nodig? Zo krijg ik goed in beeld hoe we ons als team volgend schooljaar kunnen ontwikkelen maar ook ieder persoonlijk.”
  • Tijdens een studiereis naar Canada  vertelde een schoolleider uit Toronto dat na vier jaar dik investeren in technologie, ze een draai hebben gemaakt naar investeren in mensen. van “technology” naar “ teachnology”. Door de verbinding in het leren te zoeken worden de leerkrachten uitgenodigd te verkennen waar ICT wat toevoegt, voor leerlingen én docent.
  • Verleiden werkt beter werkt dan afdwingen. Dus geen eenheidsnascholingsworst serveren maar met een grote schaal met heerlijke hapjes rondgaan.
  • Niet meteen beginnen met allerlei cursussen, maar eerst in het klein en heel praktische ondersteuning bieden, maar welstructureel. Dat kan ingepast in het taakbeleid als scholing/collegiale consultatie. Er zijn grote verschillen in de ontwikkeling van leerkrachten. De een is nu eenmaal sneller dan de ander en we moeten ook heel goed kijken naar de individuele sterke punten van de leerkrachten. Scholen moeten zorgen voor leerkrachten die de ICT kar trekken en die hulp kunnen bieden aan leerkrachten die daar meer moeite mee hebben.
  • Hoe leveren wij het bewijs dat ICT 'de' oplossing is voor het actuele vraagstuk van de leerkracht? Hoe kunnen wij aantonen dat ICT meer opbrengst levert, zonder dat het gruwelijk meer tijd kost? Welke opleiding of welke competenties zijn noodzakelijk? Daarna lijkt het me dat de docent zèlf verantwoordelijk moet zijn voor de manier waarop hij/zij de onderwijsdoelen haalt.
  • We kunnen het gebruik van smartphones stimuleren in het onderwijs door korting te verlenen op een abonnement als secundaire arbeidsvoorwaarde. Als je een smartphone hebt, ga je de mogelijkheden namelijk zelf verkennen en ontdek je de mogelijkheden.  Schoolleiders kunnen een belangrijke stimulerende een rol spelen.
  • Uiteindelijk houdt het een keer op. Geef ze een competentielijst, laat ze afvinken wat ze beheersen en laat dat gevisualiseerd in een grafiek zien. De directeur van de school kan dit opgeleverde beeld gebruiken bij een POP gesprek en met de betreffende collega bespreken welke groei in competenties hij wil/moet doormaken. 

Praktijkvoorbeelden
  • Een docente Engels gebruikt Twitter voor het bespreken van literatuur: leerlingen moeten een Twittergroepje aanmaken en een boek bediscussiëren en zij volgt het via Twitter en drukt het af voor het archief. Leerlingen vallen bij het niet lezen meteen door de mand en copy-pasten van boekverslagen is verleden tijd.
  • Een oudere scheikundedocent gebruikt Powerpoint op een heel creatieve manier. Hij heeft allemaal visueel aantrekkelijke en duidelijke Powerpoints van 5 minuten gemaakt waarin de practicums uitgelegd worden. Hij start zijn practicum altijd met zo'n Powerpoint, wat hem onderwijl de tijd geeft om het practicum in alle rust klaar te zetten: "Toen ik die uitleg nog mondeling deed kwam de helft van mijn uitleg toch niet aan en was ik tijdens het practicum de uitleg telkens aan het herhalen". "Leerlingen weten nu dat ze goed moeten opletten tijdens de Powerpoint en dat dat de enige info is die ze krijgen!"
  • Door al die vernieuwingen wordt het lesgeven nooit een sleur. Elk jaar opnieuw is een uitdaging. Dit jaar heb ik bv. voor het eerst gewerkt met een klassenweblog en een eigen yurlspagina. Geweldig om te doen. Sinds een jaar zit ik ook op twitter. Ik krijg veel tips van collega's in het land. En daar ga ik mee aan de slag. Op deze manier is elk schooljaar weer anders en dat houdt je fris.
Door bijdragers aangereikte weblinks:
Video’s over het onderwerp:

Mark Federman - Big Ideas
No Educator Left Behind" is the title of this lecture by Mark Federman. In it Federman contends that, as a result of the changes the internet has brought to the way students communicate and interact, universities, if they are to remain relevant, must move from the current model of education as skills centered to one that is more focused on connectivity." 

 





Tenslotte
Ik dank de vele bijdragers voor hun inhoudelijke opmerkingen en verontschuldig me ervoor als ik iemand misschien onbedoeld gekwetst heb! Dat was zeker niet mijn bedoeling. En wat de opmerking “oudere leerkracht” betreft: ik hoor zelf tot deze groep, heb 25 jaar in het onderwijs gewerkt en in mijn twitterprofiel staat: “Leren met ICT is geweldig!”

Met dank aan: Ad van der Laan, Albert Greven, Andre Fousert, Anita Bracke, Annemieke Akkermans, Annet Smith, Annet van der Hulst-Verboon, Anthony van Goor, Bob Hofman, Caren Kunst, Cobie van de Ven, Dennis van Oeveren, Diana Meisenbourg, Eric Kleipool, Frank Bots, Frans Dekkers, Gerard Dummer, Gijs Noordergraaf, Hans de Vries, Harry Rogge, Henk van de Hoef, Hilco Huizing, Hilde Wendt, Hub Urlings, Jaap Klooster, Jack Duerings, Jacob Poortstra, Jan Joling, Jan Lepeltak, Janneke Vleer, Jens Pas, Jeroen Fransen, Justine Pardoen, Lex Hupe, Lida Boonstra, Ludo De Schryver, Marc van Maastricht, Marcel Kesselring, Margreet Rijks, Marijke Kaatee, Marty Suijkerbuijk, Menno Van Hasselt, Michel Boer, Natascha Vink, Rein Sybesma, Reini Wignand, Robbert Verhoeven, Roel Palthe, Saskia den Otter, Taeke König, Ton Meijer, Toussaint Lemeer, Willem Groenendijk, Wim Karreman.


1 opmerking: